Werknemers tegen kinkhoest vaccineren om jongste kinderen te beschermen

13-06-2017

Iedereen die op het werk in direct contact komt met kinderen tot een half jaar oud zou van zijn of haar werkgever vaccinatie tegen kinkhoest aangeboden moeten krijgen. Voor de eigen gezondheid van de werknemers is zo’n vaccinatie niet nodig, maar wel om kwetsbare jonge kinderen te beschermen die aan hun professionele zorg zijn toevertrouwd. Dat schrijft de Gezondheidsraad in het advies Werknemers en kinkhoest: criteria voor vaccinatie dat vandaag aan de minister van SZW is aangeboden.

br /> De allerjongsten zijn kwetsbaar voor kinkhoest en verdienen bescherming
Werknemers die besmet zijn met de kinkhoestbacterie kunnen al hoestend anderen besmetten. Vooral de jongste kinderen, tot een half jaar oud, kunnen daar erg ziek van worden en er in uitzonderlijke gevallen zelfs aan overlijden. Bij een standaard verlopen Rijksvaccinatieprogramma is een kind van zes maanden en ouder ten minste drie keer tegen kinkhoest gevaccineerd en zou dan voldoende beschermd moeten zijn tegen kinkhoest. Jongere en dus nog onvolledig beschermde kinderen moeten volgens de Gezondheidsraad in bescherming worden genomen.

Periodiek herhaalde vaccinatie nodig voor hen die met jonge kinderen werken
Werknemers die in direct contact komen met jonge kinderen zouden door hun werkgever vaccinatie tegen kinkhoest aangeboden moeten krijgen. Dit geldt voor mensen die werken in het ziekenhuis (bijvoorbeeld bij pediatrie, neonatologie of spoedeisende hulp), maar ook voor bijvoorbeeld werknemers in de kraamzorg, bij consultatiebureaus of in de kinderopvang. De beschikbare vaccins tegen kinkhoest bieden geen levenslange bescherming. Daarom moet vaccinatie tegen kinkhoest periodiek worden herhaald. De Gezondheidsraad adviseert om werknemers uit voorzorg eens in de vijf jaar vaccinatie tegen kinkhoest aan te bieden.