Bedrijfsarts krijgt basiscontract

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact

29-01-2015

Een werknemer mag een second opinion aanvragen bij een onafhankelijk bedrijfsarts, en kan klachten indienen als zaken niet goed gaan. Deze maatregelen komen in een nieuw basiscontract voor de bedrijfsarts. Dat schrijft minister Lodewijk Asscher van Sociale zaken en Werkgelegenheid in de Kamerbrief over het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg.

align="">De huidige contracten tussen werkgevers en  bedrijfsartsen of arbodiensten zijn te divers en richten zich te veel op specifieke wensen van bedrijven, volgens de Kamerbrief. Met dit nieuwe ‘basiscontract’ komen er minimumgaranties voor de arbodienstverlening. Er moet bijvoorbeeld voldoende tijd zijn voor het bezoeken van de werkplek, en er moet een klachtenregeling bestaan. Verder zouden er preventiemaatregelen in moeten komen Het is aan de sociale partners om dit basiscontract op te stellen; het kabinet zal onderdelen ervan opnemen in nieuwe wetgeving, schrijft de minister.

Het advies van de Sociaal-Economische Raad is moeizaam tot stand gekomen, de raad was ernstig verdeeld. Werknemers wilden liever zelf hun bedrijfsarts kiezen, zeker nadat er berichten in de media verschenen over commerciële arbodiensten die de privacy schenden.  Ze twijfelen daarbij of de bedrijfsarts wel onafhankelijk opereert van de werkgever die hem betaalt. Daarbij heeft niet iedere werkgever een contract met een arbodienst of bedrijfsarts gesloten, en wordt preventie nauwelijks gecontracteerd.

De werkgevers aan de andere kant houden liever zelf de regie, aangezien zij ook de rekening betalen. Schendingen van de privacy van werknemers zijn incidenten, aldus de werkgevers, en de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts wordt al gegarandeerd door de BIG-registratie, professionele richtlijnen en het tuchtrecht.

Het basiscontract moet nu een oplossing bieden voor deze impasse. Het was een van de weinige onderdelen waar de SER-partners het wel over eens waren. Ook de samenwerking met de huisarts en medisch specialist wordt toegejuicht, maar ‘het kabinet kiest ervoor om de verbetering van de samenwerking niet van bovenaf op te leggen maar nodigt de betreffende beroepsverenigingen uit om met eigen ideeën te komen’.

Een stelselwijziging komt er niet, omdat het de SER niet is gelukt om tot een unaniem advies te komen. Dat betreurt het kabinet, schrijft Asscher, maar: ‘Onder deze omstandigheid ziet het kabinet geen breed draagvlak voor een stelselaanpassing.’

Heleen Croonen

De Kamerbrief:

Meer over het SER-advies van september 2014 over de bedrijfsgeneeskunde:

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact