Het instellen op chronische beademing kan ook thuis

03-03-2017

Patiënten die chronisch beademd moeten worden, hoeven niet in een ziekenhuis te worden opgenomen voor het instellen op deze chronische beademing. Dit kan effectief en veilig thuis gebeuren, waarbij de patiënt op afstand via telemonitoring gevolgd wordt. Dit is niet alleen prettiger voor de patiënt, maar ook wordt hiermee een bedrag van €3000,- per patiënt bespaard. Dit blijkt uit het proefschrift van verpleegkundig specialist Anda Hazenberg van het Centrum voor Thuisbeademing van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert op 8 maart aan de Rijksuniversiteit Groningen.

 

Een patiënt die chronisch beademd wordt is afhankelijk van een beademingsapparaat, meestal voor de rest van het leven. Hierbij wordt de ademhaling overgenomen door een beademingsapparaat. In Nederland wordt chronische beademing in de thuissituatie sinds 1960 toegepast. De afgelopen jaren is het aantal patiënten met chronische thuis beademing in Nederland fors toegenomen tot bijna 3000 in 2016. Dit zijn patiënten met een zenuw- en/of spierziekte, een aangeboren scheve rug, een longziekte of een slaapapneu. Het belangrijkste doel bij chronische beademing is het verbeteren van de kwaliteit van leven van de patiënt.

Instellen beademing
In haar onderzoek ging Anda Hazenberg na of het instellen op chronische beademing ook op een veilige en betrouwbare manier buiten het ziekenhuis kan. In Nederland wordt als regel het instellen van chronische beademing in het ziekenhuis gedaan, in een opname van bijvoorbeeld 8 dagen op een gewonde afdeling, en zelfs 2 nachten op een intensive care voor nachtelijke bloedonderzoek.

Thuis instellen veilig en effectief
Hazenberg onderzocht 77 patiënten die moesten worden ingesteld op chronische ademhalingsondersteuning; bij de helft gebeurde dit in het ziekenhuis, bij de helft thuis. Buiten het ziekenhuis werd telemonitoring gebruikt, het op afstand bekijken van gegevens van het beademingsapparaat en van de meet apparatuur. Zes maanden na het instellen op de beademing vergeleek zij de gegevens van beide groepen met elkaar. Het koolzuur- en zuurstofgehalte in het bloed en de kwaliteit van leven verbeterde in beide groepen vergelijkbaar. Hiermee toonde Hazenberg aan dat het instellen op beademing in de thuissituatie niet alleen even veilig maar ook even effectief is als in een ziekenhuis. Voor de patiënt, die thuis vaak alles heeft ingericht om zo goed mogelijk te kunnen wonen, is het erg prettig dat die hiervoor niet hoeft te worden opgenomen in het ziekenhuis. Bovendien is het instellen op de beademing thuis veel goedkoper, het scheelt namelijk €3000,- per patiënt.

Andere meetmethode
Hazenberg onderzocht ook het effect van nog een andere zorginnovatie. Zij ging na of het mogelijk is ombuiten het ziekenhuis het koolzuur en zuurstofgehalte via de huid met een sensor op de oorlel te meten, dus zonder te prikken. Uit haar studie blijkt dat dit betrouwbaar kan en dat deze manier van meten goed te gebruiken is buiten het ziekenhuis.

Volgens Hazenberg laat haar proefschrift zien dat door klinisch onderzoek in combinatie met technische innovatie de zorg aan patiënten met chronische beademing verder te verbeteren is en bovendien leidt tot lagere kosten.