Grand Challenge: KWF investeert in baanbrekend internationaal onderzoek
KWF Kankerbestrijding en Cancer Research UK (CRUK) investeren bijna €18 miljoen in een baanbrekend internationaal onderzoeksproject onder leiding van dr. Jelle Wesseling van het Antoni van Leeuwenhoek. De financiering maakt deel uit van de ‘Grand Challenge’, een initiatief van CRUK om de grootste uitdagingen in hedendaags kankeronderzoek wereldwijd aan te pakken. Wesseling en zijn team richten zich met hun onderzoek op afwijkingen die mogelijk een risico vormen voor het krijgen van borstkanker, maar het lang niet altijd worden. Deze vrouwen ondergaan onnodig zware behandelingen.
br />
“Kanker is een wereldwijd probleem. Daar hoort een wereldwijde aanpak bij”, zegt Michel Rudolphie, directeur KWF Kankerbestrijding. “Daarom is het cruciaal dat we niet alleen samenwerken met de beste onderzoekers ter wereld, maar ook met andere kankerbestrijdingsorganisaties. De ambitie van Cancer Research UK sluit volledig aan bij ons KWF ideaal: de dag dichterbij brengen waarop niemand meer sterft aan kanker.”
Grand Challenge
De Grand Challenge brengt de toponderzoekers wereldwijd bij elkaar om een oplossing te vinden voor de grootste vraagstukken rondom kanker. Een internationaal expertpanel formuleerde de grootste uitdagingen voor kankeronderzoek, met overweldigend resultaat: in 2016 kwamen liefst 500 projectvoorstellen bij CRUK binnen, vanuit hele wereld.
Na zorgvuldige beoordeling door onderzoekers en patiënten worden nu 4 internationaal werkzame onderzoeksteams gesteund met een recordbudget van in totaal €83 miljoen euro, om zo een revolutie te kunnen ontketenen in de wijze waarop we kanker voorkomen, ontdekken en behandelen. Een van die vier projecten wordt geleid door de Nederlander prof. dr. Jelle Wesseling. KWF en CRUK financieren zijn onderzoek gezamenlijk. De KWF financiering behelst een bijdrage van €8,9 miljoen.
Onderscheid in kwaadaardigheid
Wesseling is als patholoog verbonden aan het Antoni van Leeuwenhoek en Nederlands Kanker Instituut NKI. Met zijn internationale team wil hij tot een methode komen om onderscheid te kunnen maken tussen voorlopers van borsttumoren die geen behandeling behoeven. Daarbij richt hij zich specifiek op ductaal carcinoom in situ (DCIS), een voorstadium van borstkanker en een afwijking die vooral wordt gevonden door het bevolkingsonderzoek op borstkanker.
Wesseling hoopt voor de groep mensen bij wie dit voorstadium wordt geconstateerd een groot verschil te maken: "Op dit moment kunnen we nog niet onderscheiden welke vrouwen met DCIS een hoog risico lopen op borstkanker, en welke niet. Dus behandelen we hen voor de veiligheid nu allemaal. Onze ‘challenge’ is om het onderscheid wel te kunnen maken en zo vrouwen met een onschadelijke voorloperafwijking een onnodige, belastende behandeling te besparen. Ik ben ontzettend trots op ons multidisciplinaire team waarmee we dit dilemma internationaal kunnen aanpakken.”