Richtlijn: e-sigaret niet voorschrijven
Er is onvoldoende bewijs dat de e-sigaret helpt bij de behandeling van een tabaksverslaving. De herziene Richtlijn Behandeling van Tabaksverslaving, die het Trimbos-instituut en het Nederlands Huisartsen Genootschap vandaag presenteren, raadt de inzet van de e-sigaret door hulpverleners daarom niet aan.
De richtlijn, een initiatief van de Stichting Partnership stop met roken, merkt wel op dat de e-sigaret nuttig kan zijn voor mensen die op eigen houtje stoppen. ‘Zelfs als de e-sigaret een net zo beperkte effectiviteit heeft als de voorgeschreven nicotinepleister, is de impact op populatieniveau aanzienlijk vanwege de omvang van het gebruik’, aldus de richtlijn. 95 procent van de stoppers zoekt geen medische hulp. Zij proberen op eigen kracht te stoppen met de e-sigaret, een zelfhulpboek, nicotinepleisters, cold turkey of met niet-bewezen effectieve methoden zoals hypnotherapie of acupunctuur. In Groot-Brittannië koos een derde van de stoppers voor de e-sigaret.
Het gebruik van de e-sigaret door niet-rokende volwassenen is daarentegen beperkt, aldus de richtlijn. Jongeren experimenteren er wel wat mee. Er is ‘nog geen onomstotelijk bewijs’ voor dat de e-sigaret niet-rokers aan een tabksverslaving helpt. ‘Al met al is het waarschijnlijk dat op populatieniveau de winst van schadebeperking door e-sigaretgebruik onder rokers groter is dan de schade van het beginnen met dampen door niet-rokers’, aldus de auteurs van de richtlijn.
Naast de e-sigaret is bij de richtlijnherziening ook e-health opgenomen. Interventies via de mobiele telefoon en internet die voor patiënten op maat gemaakt kunnen worden, interactief zijn en berichtjes versturen, lijken effect te hebben. In de loop van komend jaar volgt een addendum over stopadviezen aan zwangeren.