Schippers: ‘geen extra onderzoek bv-constructies’

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact

10-11-2016

Minister Edith Schippers (VWS) acht geen eigen onderzoek nodig naar de mate waarin zorginstellingen via dochterondernemingen wetten proberen te omzeilen. Volgens haar kan worden volstaan met het reguliere toezicht om hier greep op te houden mocht dat nodig blijken.

AMC-bestuurders kaartten in september een constructie aan die volgens hen wordt toegepast door zelfstandige behandelcentra (zbc’s) om het winstverbod te ontlopen. Met een Wtzi-vergunning op zak besteden ze de zorg uit aan dochterondernemingen om zo winstuitkeringen te kunnen verstrekken. Maar minister Schippers ziet geen noodzaak tot verder onderzoek via jaarverslagen, laat ze in antwoord op Kamervragen van PvdA en SP weten. Ze zegt ‘geen aanwijzingen te hebben dat er sprake is van onterecht uitgekeerde winst’.

Volgens haar is het de taak van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om ‘erop toe te zien of zbc’s winst uitkeren en of zij daarmee het verbod op winstoogmerk overtreden’. Daarnaast ziet uitvoeringsorganisatie CIBG al toe op het naleven van de Wet normering topinkomens. En de IGZ en Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) hebben deze zomer samen op schrift gezet wat zij verwachten van goed bestuur binnen de zorg. Verder bevat de conceptwet voor het vergroten van de investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg al een frase dat ook partijen aan wie (delen van) de zorg worden uitbesteed, gehouden zijn aan regels voor winstuitkering.

Dat bij elkaar lijkt de minister voldoende. Zorginstellingen mogen op zich een deel van hun activiteiten uitbesteden aan een andere partij, schetst ze. Als dat leidt tot betere, efficiëntere of goedkopere zorg en gebeurt volgens marktconforme prijzen, is de minister daar ook voorstander van, zeker als een zorginstelling zich daardoor beter ‘kan focussen op de zorgverlening waarin zij excelleert’. Schippers wil daarom ook geen wettelijke verbod in het leven roepen op het verlenen van opdrachten aan ‘onderaannemers en eigen bv’s’.

De instelling die over een Wtzi-vergunning beschikt en dus diensten uitbesteedt, blijft wettelijk en contractueel aansprakelijk voor de geleverde zorg, en eindverantwoordelijk voor de kwaliteit ervan, benadrukt Schippers. Ook moet de toegelaten instelling voldoen aan transparantie-eisen die de Wtzi stelt, en dus ook transparant zijn over dochterondernemingen. Daarom is er volgens haar geen sprake van ‘onttrekking aan toezicht’ of ‘ontduiking’ als delen van activiteiten aan een derde partij worden uitbesteed.

De Tweede Kamer had deze week nog per motie de minister gevraagd om zelf een onderzoek in te stellen, maar daar ziet zij dus geen heil in.

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact