Jeugdartsen bezorgd over positie jgz

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact

03-11-2016

Jeugdartsen maken zich zorgen over de positie van de jeugdgezondheidszorg in Nederland. Sinds de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg wordt in meerdere gemeenten te weinig gezocht naar samenwerking en aansluiting met de jeugdgezondheidszorginstellingen. Ook wordt er soms door gemeenten en jgz-organisaties op de jeugdgezondheidszorg bezuinigd of wordt de zorg anders ingericht, waarbij niet wordt gekeken naar de beroepsinhoud, zo stelt de voorzitter van AJN Jeugdartsen Nederland Mascha Kamphuis.

De beroepsverenigingen Jeugdartsen Nederland (AJN), de vakgroep Jeugd van V&VN en de Nederlandse Vereniging voor Doktersassistenten overhandigden dinsdag een standpunt over de positie van de jeugdgezondheidszorg en de jgz-professionals aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

Kamphuis: ‘Na de transitie van de jeugdzorg is bij de gemeenten de focus komen te liggen op de hulpverlening, vooral op de zwaardere hulpverlening.  Bij de wijkteams die de zorg coördineren bestaat veel onbekendheid met de expertise van de jeugdgezondheidszorginstellingen. Ambtenaren en hulpverleners kennen deze als een plek waar kinderen alleen geprikt en opgemeten worden, terwijl er veel meer gebeurt op het gebied van preventie en op sociaal vlak. Er zou veel meer  gebruik moeten worden gemaakt van onze expertise en moeten worden samengewerkt.’

AJN maakt zich ook zorgen over de positie van jeugdartsen, stelt Kamphuis. ‘Er zijn op dit moment jeugdartsen die vanwege bezuinigingen bang zijn voor hun baan of die zelfs al ontslagen zijn. Terwijl er tegelijkertijd op andere plekken een tekort aan jeugdartsen is. Er is sprake van verschuiving van geld en taken, waarbij totaal wordt voorbijgegaan aan de specifieke expertise van jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen. Zo zijn er wethouders die willen dat leidsters van kinderdagverblijven de motorische ontwikkeling van kinderen gaan bijhouden in plaats van het consultatiebureau. Terwijl die leidsters daar niet voor zijn opgeleid en niet in staat zijn eventuele afwijkingen medisch te interpreteren.’

Bij een deel van de gemeenten gaat de samenwerking tussen de wijkteams en de jeugdgezondheidszorginstellingen wél goed, zegt Kamphuis. Ook zijn er gemeenten die juist sterk inzetten op uitbreiding van taken van jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen, bijvoorbeeld op het gebied van beleid en advisering aan gemeenten en scholen. Kamphuis: ‘We zien daarin dus veel verschillen tussen gemeenten. Maar ook binnen de jeugdgezondheidszorginstellingen vraagt dit een cultuuromslag, waar nog niet alle collega’s klaar voor zijn.’

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact