Jonge bedrijfsarts roemt werksfeer van het vak

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact

18-04-2016

De aantrekkelijke kanten en de maatschappelijke betekenis van het vak verzekerings- en bedrijfsgeneeskunde komen tijdens de studie geneeskunde onvoldoende naar voren. Dat moet echt anders, vinden jonge artsen in dat vakgebied. Dat blijkt uit kwalitatief onderzoek onder jonge artsen, dat gepubliceerd is in TBV, Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde.

align="">‘Wat verwachten jonge artsen die bedrijfsarts of verzekeringsarts willen worden van hun werk en hun werkgever?’, dat was de onderzoeksvraag van Claudia Greijn en Joost van der Gulden van Sociaalgeneeskundige Beroepsopleidingen (SGBO). Dat is een relevante vraag, omdat er onder jonge artsen weinig belangstelling is om bedrijfs- of verzekeringsarts te worden, terwijl de komende tien jaar een ‘ruim deel’ van de huidige bedrijfs- en verzekeringsartsen met pensioen gaat. 

Veertig jonge artsen (geboren vanaf 1980) die wél deze beroepskeuze hebben gemaakt of nog overwegen, zijn ondervraagd. Het moet meer bekend worden hoe prettig het werken is als verzekerings- of bedrijfsarts, vinden zij. Zo is er relatief meer tijd per cliënt zodat ze ‘echt iets kunnen betekenen’ en is er een verscheidenheid aan medische, psychische en sociale problematiek. De ondervraagden roemen de ‘regelmatige werktijden’, ‘minder hectiek’ en het feit dat de verhoudingen bij een UWV of arbodienst ‘niet hiërarchisch zijn’.

De SGBO-onderzoekers merken op dat in bijna alle gesprekken het motto ‘Ik werk om te leven, ik leef niet om te werken’ naar voren kwam. Ze concluderen dat deze artsen daarmee niet verschillen van hun leeftijdsgenoten. Ze willen graag afwisseling in hun werk en hechten grote waarde aan voldoende zeggenschap. Waardering voor hun werk, een prettige sfeer en goed contact met hun collega’s en leidinggevende zijn andere factoren die van belang zijn. ‘Als de werkgever deze factoren niet meer kan bieden, kan dit een reden zijn voor de jonge artsen om een baan elders te zoeken.’

Aanstaande jonge artsen storen zich aan het stoffige imago van de bedrijfs- en verzekeringsarts. Ze ‘barsten van de ideeën’ hoe dat imago verbeterd kan worden. Zo zouden coassistenten meer met ‘leeftijdgenoten’ moeten meelopen. Ook zien ze wel wat in een uitbreiding van taken, het geven van onderwijs of het doen van onderzoek. Veel deelnemers staan positief tegenover een gezamenlijke opleiding tot ‘specialist arbeid en gezondheid’.


Marieke van Twillert
@medischcontact


Lees ook:

21-03-2016   SER: ‘Houd chronisch zieken binnenboord’
14-01-2016   Kwartiermaker moet aanwas bedrijfsarts vergroten
13-03-2015   Tweestrijd om bedrijfsarts barst weer los




 

Geschreven door:
Webredactie Medisch Contact