Fikse groei werkgelegenheid verwacht voor de zorg
De komende zes jaar groeit de werkgelegenheid in de zorgsector gemiddeld 3,1 procent per jaar. Mede door de stijging van de zorguitgaven worden er problemen verwacht in de personeelsvoorziening voor functies op hoog en middelbaar niveau: artsen, fysiotherapeuten, medisch praktijkassistenten, laboranten, en (mbo-)verpleegkundigen.
Dat staat in het rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. De onderzoekers van dit rapport scharen overigens een veelheid aan artsen onder de term ‘artsen’: basisartsen, medisch specialisten, huisartsen, maar ook tandartsen en dierenartsen vallen eronder.
Het ROA verwacht dat werkgevers in de zorg en welzijn moeilijkheden zullen hebben bij het vinden van geschikt personeel. Twee jaar geleden werd nog rekening gehouden met bezuinigingen, maar dat is nu veranderd. Het ROA voorziet een uitbreidingsvraag van gemiddeld 1,7 procent per jaar – en dat is beter dan het nationale gemiddelde. De grote vraag naar zorgfuncties komt voort uit zowel de stijgende vraag naar zorg door de toenemende vergrijzing als de investeringen in de sector. Onder meer de beslissing van het kabinet om 2,1 miljard te investeren in de verpleeghuizen is hierin terug te zien.
Alle onderliggende beroepsgroepen in zorg zullen de vraag naar nieuwe werkkrachten merken. De sterkste groei (6,5% per jaar) wordt verwacht voor verpleegkundigen (mbo), maar er komt ook meer vraag naar artsen (2,2% per jaar).
Het ROA voorziet ook moeilijkheden bij het vinden van geschikt personeel in de zorg, waarbij de knelpunten hoofdzakelijk geconcentreerd zijn bij hbo- en wo-opgeleiden. Binnen de zorg- en welzijnberoepen worden enige personeelsproblemen verwacht. Voor de artsen, fysiotherapeuten, psychologen en sociologen, medisch praktijkassistenten, laboranten, en verpleegkundigen (mbo) worden grote tot zeer grote knelpunten verwacht. Voor een gedeelte van de beroepen in de zorg, zoals de verzorgenden, sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders, en apothekersassistenten worden juist (vrijwel) geen knelpunten verwacht.